Brede inzet: toekomstbestendig beheer en samenwerking
De impulsbijdrage (zie brief van minister Eppo Bruins aan de Tweede kamer, d.d. 3 juni 2025) is bedoeld om het beheer van cultureel erfgoed onder water toekomstbestendig te maken. In het westelijk Waddengebied worden tussen 2026 en 2028 onder meer de volgende maatregelen mogelijk gemaakt:
- Versterking van kennis en kunde op het gebied van maritieme archeologie bij gemeenten en provincies;
- Het opzetten van regionale samenwerkingsverbanden om kennis over de Waddenzeebodem te vergroten en schatgraverij tegen te gaan;
- Betere beleidsmatige verankering en uitvoering van maritiem archeologisch werk;
- Verdiepend onderzoek naar het Palmhoutwrak;
- Nauwere samenwerking met vrijwillige archeologische duikers.
Belangrijke bestuurlijke steun vanuit provincie Noord-Holland
De totstandkoming van deze rijksbijdrage is mede te danken aan de krachtige inzet van gedeputeerde Jelle Beemsterboer van de provincie Noord-Holland. Als bestuurlijk drager van het dossier heeft hij zich actief ingezet om het maritieme erfgoed in de Waddenzee op de nationale agenda te krijgen. Ook speelde hij een sleutelrol in het versterken van de samenwerking tussen de betrokken gemeenten en het Rijk.
Bestuurlijke inzet en dringende oproep uit de regio
De impulsbijdrage komt voort uit een intensief regionaal traject. In juli 2024 stuurden de gemeenten Texel, Den Helder en Hollands Kroon – met steun van de provincie Noord-Holland – een gezamenlijke brandbrief aan minister Eppo Bruins (OCW). Hierin vroegen zij dringend om hulp bij het behoud van bedreigde scheepswrakken in de Waddenzee, zoals het wereldberoemde 17e-eeuwse Palmhoutwrak. Door natuurlijke erosie verdwijnen deze wrakken langzaam uit het zicht, terwijl gemeenten de middelen missen om onderzoek te doen of beschermende maatregelen te treffen.
RCE coördineert landelijke aanpak
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) krijgt een centrale rol in de coördinatie van de uitvoering. De impulsbijdrage stelt RCE in staat om haar coördinerende taak te versterken en samen te werken met archeologen, beleidsmakers, duikers en gemeenten. “We zijn trots dat onze gezamenlijke inzet heeft geleid tot deze bijzondere stap vanuit het Rijk. Hiermee kunnen we structureel gaan werken aan de bescherming van een kwetsbaar maar onmisbaar deel van ons nationale erfgoed,” aldus de drie gemeenten.