DEN HELDER/TEXEL - Rijkswaterstaat, TESO, gemeente Den Helder, gemeente Texel, provincie Noord-Holland en Defensie hebben afgesproken om samen de conceptontwerpen van de veerhavens van Den Helder en Texel verder uit te werken. Hierbij worden ook aanbevelingen uitgewerkt om de veerhaven van Den Helder te optimaliseren. Bijvoorbeeld om meer ruimte te maken voor voetgangers en fietsers. Het is een belangrijke stap in de noodzakelijke vernieuwing van de veerhavens, waarvan de huidige aanlandinrichtingen het einde van hun levensduur naderen.

Tijdens een bestuurlijk overleg op donderdag 4 december 2025 bevestigden de betrokken partijen hun gezamenlijke ambitie voor de vernieuwing van de veerhaven. Samen zetten zij zich in voor een ontwerp dat toekomstbestendig is en voldoet aan alle technische eisen. Daarbij staat één doel centraal: ervoor zorgen dat de verbinding met Texel ook in de toekomst veilig, robuust en goed bereikbaar blijft.

Hierbij is afgesproken om het conceptontwerp van Rijkswaterstaat verder te brengen naar een ontwerp dat nog meer kansen biedt voor ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied rondom de veerhaven van Den Helder. In het conceptontwerp komt de nieuwe aanlandinrichting te liggen op de kop van de parkeerplaats, ten oosten van de huidige locatie. Op deze manier kunnen we de nieuwe aanlandinrichting bouwen terwijl de huidige volledig operationeel blijft. De partijen zijn bezig om in de veerhaven op een andere plek voldoende parkeerruimte te creëren.

Aanbevelingen samenwerkende partijen

Het Maritiem Cluster (gemeente Den Helder, Defensie en provincie Noord-Holland), TESO en de gemeente Texel hebben aanbevelingen gedaan om het conceptontwerp van Rijkswaterstaat te optimaliseren. Onder andere door voldoende ruimte te creëren voor parkeren, te zorgen voor een betere busaansluiting en door nog meer ruimte te maken voor fietsers en voetgangers. Deze en andere punten worden nu meegenomen in de uitwerking van het conceptontwerp.

Vervolgstappen

De komende periode werken de partijen samen aan het geoptimaliseerde conceptontwerp. Hierbij ligt de focus op: • Het inzichtelijk maken van de financiering, inclusief bijdragen van alle betrokken partijen;

• Het uitwerken van een bouwfasering die de continuïteit van de veerdienst garandeert en de overlast beperkt;
• Intensieve afstemming vanuit Rijkswaterstaat als eindverantwoordelijke partij voor de vernieuwing van de aanlandinrichtingen met alle betrokkenen, zoals TESO, het Maritiem Cluster en de gemeente Texel.

De betrokken partijen streven ernaar om rond de zomer van 2026 meer duidelijkheid te geven over het ontwerp van de vernieuwing van de aanlandinrichtingen en de ruimtelijke inpassing in Den Helder.

Reacties van betrokken bestuurders:
Jeroen Olthof, gedeputeerde Mobiliteit provincie Noord-Holland:
“De veerhavens vormen de levensader tussen Texel en Noord-Holland. De vernieuwing biedt een mooie kans om het haventerrein zo in te richten dat de bereikbaarheid voor fietsers en wandelaars verbetert en de omgeving aantrekkelijker wordt.”

Fotigui Camara, havenwethouder Den Helder:
“We willen een veerhaven die klaar is voor de toekomst en die aansluit bij de verdere ontwikkeling van onze haven. Het toekomstbestendig ontwerp biedt meer ruimte, meer veiligheid en sluit beter aan bij de ontwikkelingen in het maritiem cluster. Dat is goed voor reizigers én voor onze stad.”

Mark Pol, burgemeester Texel:
"Voor Texel is een veilige en betrouwbare veerverbinding essentieel, ook tijdens de werkzaamheden. Onze inzet is erop gericht de bereikbaarheid van Texel te allen tijde te garanderen. Voldoende parkeerplekken bij de veerhavens vormen voor ons een fundamenteel onderdeel van de reis van de inwoners en forenzen van en naar Texel. Dit is van groot belang voor de leefbaarheid op het eiland."

Ron Minnaar, directeur Netwerkmanagement Rijkswaterstaat West-Nederland Noord
“Rijkswaterstaat werkt nauw samen met alle bestuurlijke partners aan de vernieuwing van de veerhavens. Omdat we in heel Nederland voor een grote instandhoudingsopgave staan, maken we hierbij zorgvuldig keuzes. Tot de nieuwe aanlandinrichtingen gereed zijn, houden we deze belangrijke verbinding veilig en beschikbaar, door middel van groot onderhoud.”