DEN HAAG - De minister van Justitie en Veiligheid heeft de Tweede Kamer gevraagd in te stemmen met het stroomstootwapen voor de politie. Onderzoek en praktijk wijzen uit dat het wapen de-escalerend werkt en zo een goede aanvulling is op de wapenuitrusting van de basispolitiezorg. Gaat de Kamer akkoord, dan worden de komende jaren 17.000 politieagenten die in de noodhulp werken, opgeleid in het gebruik van het stroomstootwapen.


Om dit te financieren ontvangt de politie 30 miljoen euro. Vanaf 2020 maakt de politie structureel 5 miljoen euro vrij uit de politiebegroting. Het stroomstootwapen is hierdoor tot 2025 geheel gefinancierd. De invoering van het stroomstootwapen neemt in totaal zes jaar in beslag, waarvan anderhalf jaar voorbereidingstijd. In deze tijd start onder meer de aanbesteding en worden extra docenten geworven om agenten op te leiden.

Van start
Korpschef Erik Akerboom deed in september – na nieuwe geweldsincidenten tegen agenten – een dringende oproep aan de politiek om door te pakken op de voor de politie zo belangrijke aanschaf van het stroomstootwapen. Akerboom: ‘De minister heeft het advies van de politie ter harte genomen. Met het geld dat vrijkomt kunnen we van start.’

Belangrijke stap
Portefeuillehouder Frank Paauw ziet dit besluit als een belangrijke stap. ‘Het stroomstootwapen heeft operationele meerwaarde en draagt bij aan de veiligheid van de maatschappij én politiemedewerkers. Het voorkomt ook de inzet van zwaardere geweldsmiddelen, waardoor (ernstig) letsel kan worden vermeden. Daarom is het goed dat het besluit nu is genomen, al moet het nog door de Kamer. En ook dan is nog veel tijd nodig om het stroomstootwapen zorgvuldig in te voeren.’